Overlevering

De Europese éénwording gaat op steeds meer gebieden een rol spelen. Na het afschaffen van grenscontroles en de invoering van de euro, is per 12 mei 2004 de procedure rond de uitlevering binnen de Europese Unie vereenvoudigd. Vanaf die datum is op uitleveringen binnen de Europese Unie de ‘Overleveringswet’ van toepassing, terwijl voor uitleveringen naar andere landen (bijvoorbeeld de VS en Canada) de Uitleveringswet blijft gelden. Maar wat is overlevering precies?

Begrippenlijst:

  • De persoon wiens overlevering gevraagd wordt: opgeëiste persoon
  • De lidstaat die om de overlevering vraagt: uitvaardigende lidstaat

Wat is overlevering?

Artikel 1 onder a van de Overleveringswet luidt als volgt: “Overlevering is de terbeschikkingstelling van een persoon (‘de opgeëiste persoon’) door de justitiële autoriteiten van de ene lidstaat aan de justitiële autoriteiten van een andere lidstaat van de Europese Unie ten behoeve van hetzij een in die andere lidstaat tegen hem gericht strafrechtelijk onderzoek, hetzij de tenuitvoerlegging van een hem opgelegde vrijheidsbenemende straf of maatregel.”

Met andere woorden, de overlevering kan worden gevraagd als er:

  1. een strafrechtelijk onderzoek tegen betrokkene loopt in de andere lidstaat (vervolgingsoverlevering), en/of;
  2. de andere lidstaat verzoekt om de tenuitvoerlegging van een straf of maatregel die aldaar is opgelegd (executieoverlevering).

Wat belangrijk is om te realiseren is dat het uitgangspunt van de overleveringsprocedure is: overleveren, tenzij een weigeringsgrond van toepassing is. Door de afspraken die tussen de lidstaten van de Europese Unie zijn gemaakt in 2004 is het aantal weigeringsgronden in de Overleveringswet beperkt. De gedachte hierachter is de opgeëiste persoon niet straffeloos mag blijven.

De Nederlandse procedure

Signalering en het Europees aanhoudingsbevel (EAB)

Indien een persoon gezocht wordt door een lidstaat van de Europese Unie, kan deze lidstaat – indien zij niet weten waar deze persoon zich bevindt – deze persoon doen signaleren in het Schengen-informatiesysteem of via Interpol. Indien bekend is waar de gezochte persoon zich bevindt dan kan de ‘zoekende’ lidstaat rechtstreeks een Europees aanhoudingsbevel sturen aan de lidstaat waarin de gezochte persoon zich bevindt.

Aanhouding

Vanaf het moment van aanhouding door de Nederlandse Politie heeft de opgeëiste persoon het recht op bijstand van een advocaat. De opgeëiste persoon wordt na aanhouding in verzekering gesteld. Dat houdt in de deze persoon voor in beginsel maximaal 3 dagen kan worden vastgehouden. Binnen deze 3 dagen moet de opgeëiste persoon worden ‘voorgeleid’ aan de officier van justitie of in sommige gevallen aan de rechter-commissaris.

Voorgeleiding

Bij de voorgeleiding kan/mag altijd een advocaat aanwezig zijn. Tijdens deze voorgeleiding komen er een aantal zaken aan bod.

Normale of verkorte procedure?
Zo wordt de opgeëiste persoon bijvoorbeeld altijd gevraagd of hij wil kiezen voor de ‘normale’ of de ‘verkorte’ procedure. Met de normale procedure wordt – in het kort – bedoeld dat het Europees aanhoudingsbevel inhoudelijk wordt getoetst door de Rechtbank Amsterdam. Dit gebeurt – in beginsel –  binnen 60 dagen na de aanhouding. Het ‘voordeel’ daarvan is dat het specialiteitsbeginsel dan van toepassing is. Het specialiteitsbeginsel houdt in dat in dat de verdachte door de uitvaardigende lidstaat niet mag worden vervolgd of vastgezet voor een ander feit dan waarvoor zijn overlevering werd toegestaan.

Daarnaast kan de opgeëiste persoon kiezen voor de verkorte procedure. Dat houdt in dat de opgeëiste persoon instemt met zijn onmiddellijke overlevering. Deze onmiddellijke overlevering wordt niet inhoudelijk getoetst door de Rechtbank Amsterdam. Op 1 april 2021 is de overleveringswet gewijzigd. Ook bij de verkorte procedure is nu het specialiteitsbeginsel van toepassing. Daarnaast geldt voor mensen met de Nederlandse nationaliteit dat zij ook bij deze procedure de mogelijkheid krijgen om terug te keren naar Nederland na een buitenlandse veroordeling. Deze garantie wordt een terugkeergarantie genoemd. De opgeëiste persoon wordt vervolgens – in beginsel – binnen 20 dagen overgeleverd.

Schorsing van de overleveringsdetentie

Daarnaast wordt tijdens de voorgeleiding besproken of de opgeëiste persoon langer vast moet blijven zitten. De belangrijkste reden om de opgeëiste persoon langer vast te houden is het vluchtgevaar. De advocaat kan tijdens de voorgeleiding proberen inverzekeringstelling of bewaring van de opgeëiste persoon geschorst te krijgen. Daarvoor moet de advocaat zien aan te tonen dat de opgeëiste Nederland niet zal ontvluchten. Een voorbeeld van aan te voeren argumenten kunnen zijn: een inschrijving in de gemeentelijke basisadministratie, een vaste baan in Nederland, een vaste relatie met of zonder kinderen hier in Nederland. Een schorsing van de overleveringsdetentie gaat gepaard met voorwaarden. Voorwaarden die opgelegd kunnen worden zijn bijvoorbeeld: inleveren van alle reisdocumenten en het opleggen van een meldplicht van de politie gedurende de gehele schorsing.

De Rechtbank Amsterdam

Indien de opgeëiste persoon voor of tijdens de voorgeleiding heeft gekozen voor de ‘normale’ procedure wordt de zaak in behandeling genomen door de Internationale Rechtshulpkamer van Rechtbank Amsterdam. Dit is de enige bevoegde rechtbank in Nederland die Europese Aanhoudingsbevelen in behandeling kan nemen.

Tijdens de zitting toetst de Rechtbank Amsterdam eerst of het EAB voldoet aan alle wettelijke vereisten. De Rechtbank geeft geen oordeel over het strafbare feit waarvan de opgeëiste persoon wordt verdacht of waarvoor hij is veroordeeld. Er wordt slechts naar de overleveringsprocedure zelf gekeken. Vervolgens krijgen zowel de advocaat, als de officier het woord om hun standpunt kenbaar te maken aan de rechtbank. Indien er sprake is van een weigeringsgrond zal de advocaat daar op dat moment verweer op voeren. De meest voorkomende weigeringsgronden in de rechtspraak zijn de weigeringsgronden artikelen 6, 11 en 12 van de Overleveringswet. Zoals al eerder gezegd is de overleveringswet op 1 april 2021 gewijzigd. Zo ook artikel 6 van de overleveringswet. Dit artikel gaat over personen met de Nederlandse nationaliteit en personen die daaraan gelijkgesteld kunnen worden. Wanneer de overlevering van deze personen wordt gevraagd voor het uitzitten van een buitenlandse gevangenisstraf, wordt de overlevering – in beginsel – geweigerd. Dit was altijd al zo. Wat nu nieuws is, is dat de Rechtbank Amsterdam – indien mogelijk – direct de buitenlandse straf overneemt. Dat kan voor de opgeeiste persoon betekenen dat hij deze straf direct na de uitspraak zal moeten gaan uitzitten.

De uitspraak

De Rechtbank Amsterdam doet – in beginsel – twee weken na de zitting uitspraak. Zij kunnen verschillende dingen beslissen. Zij kunnen (1.) beslissen de overlevering toe te staan. Dat houdt in dat de opgeëiste persoon – in een normale situatie – binnen 10 dagen feitelijk wordt overgeleverd aan de uitvaardigende lidstaat. Zij kunnen (2.) beslissen de overlevering te weigeren. Dat betekent dat Nederland de opgeëiste niet zal overleveren aan de uitvaardigende lidstaat. Dit neemt niet weg dat indien de opgeëiste persoon naar een andere lidstaat reist hij daar voor hetzelfde EAB kan worden aangehouden en in dat land in de overleveringsprocedure belandt met de kans dat de overlevering wel zal worden toegestaan. Of (3.) de rechtbank kan beslissen uw zaak aan te houden. Dit kunnen zij doen als zij van oordeel zijn dat zij nog meer informatie wensen voordat zij tot een oordeel kunnen komen*.

*De rechtbank kan de zaak ook al eerder – bijvoorbeeld tijdens de zitting – aanhouden.

Landen van de Europese Unie

De Europese Unie telt inmiddels 27 lidstaten. De overleveringsprocedure geldt ten aanzien van verzoeken tussen justitiële autoriteiten van de volgende lidstaten:

België, Bulgarije, Cyprus, Denemarken, Duitsland, Estland, Finland, Frankrijk, Griekenland, Hongarije, Ierland, Italië, Kroatië, Letland, Litouwen, Luxemburg, Malta, Nederland, Oostenrijk, Polen. Portugal, Roemenië, Slovenië, Slowakije, Spanje, Tsjechië, Zweden.

Hulp nodig?

Wenst u bijstand van een van een van onze advocaten of wil u graag meer informatie over deze procedure? Neem dan gerust contact met ons op!

  1. Robert Malewicz
  2. Robbert Jonk
  3. Sabine Pijl
  4. Sophie Hof
  5. Melissa Slaghekke
  6. Aimée Timorason
  7. Nola Delsing
  8. Yardèn Nieboer

Links