De Nederlandse staat mag terreurverdachte Sabir K. niet uitleveren aan de Verenigde Staten (VS) zolang de VS niet bereid is de medische behandeling voor K.’s post traumatisch stress syndroom te geven. Dat oordeelt de Haagse voorzieningenrechter op 5 april 2013.
Behandeling psychiatrische aandoening
De minister heeft eind 2012 de garantie gegeven dat uitlevering alleen kan plaatsvinden als K. ook in de VS voor zijn psychiatrische aandoening behandeld wordt met dezelfde behandeling die hij in Nederland onderging, echter de VS wil geen toezegging doen over de voortzetting van deze specifieke behandeling. Dit is redengevend voor de voorzieningenrechter om de uitlevering te verbieden.
Verdenking voor Al Qaeda gevochten
De VS heeft zijn oorspronkelijke verzoek tot uitlevering van K. gedaan aan Nederland op 23 juni 2011. Dit verzoek berust op de verdenking dat K. in Afghanistan voor Al Qaeda heeft gevochten tegen militaire troepen van de VS. De rechtbank Rotterdam heeft op 3 oktober 2011 de uitlevering toelaatbaar verklaard. Op 17 april 2012 heeft de Hoge Raad het cassatieberoep van K. hiertegen verworpen. Na deze uitspraak heeft de minister de uitlevering toegestaan. Daartegen heeft K. nu voor de tweede maal in kort geding zich verzet.
Schorsing hechtenis
Op 16 april 2013 heeft de Rotterdamse rechtbank geoordeeld de hechtenis van Sabir K. te schorsen.